ECLI:NL:CRVB:2013:2777
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag wegens niet voldoen aan inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft appellant op 26 oktober 2011 een aanvraag om bijstand ingediend op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), waarbij hij aangaf te wonen op een specifiek adres. Het college van burgemeester en wethouders van De Ronde Venen heeft echter onderzoek gedaan naar de woonsituatie van appellant, inclusief een onaangekondigd huisbezoek op 14 november 2011. De bevindingen van dit onderzoek, vastgelegd in een rapport van 21 november 2011, wezen uit dat er geen persoonlijke spullen of andere aanwijzingen van verblijf van appellant op het opgegeven adres waren aangetroffen. Op basis hiervan heeft het college de aanvraag op 28 november 2011 afgewezen, wat later werd gehandhaafd in een besluit van 14 maart 2012.
De rechtbank Utrecht heeft in een eerdere uitspraak op 10 augustus 2012 het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij voldoende bewijs heeft geleverd dat hij daadwerkelijk op het opgegeven adres verblijft en dat de afwijzing van zijn aanvraag ernstige financiële gevolgen voor hem heeft.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de rechtbank terecht oordeelde. De gronden die appellant in hoger beroep aanvoerde, waren een herhaling van zijn eerdere argumenten en vormden geen aanleiding voor een ander oordeel. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 10 december 2013.