ECLI:NL:CRVB:2013:2758
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting door een muzikant
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellante, die als muzikant en kunstenares actief was. Appellante ontving bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en werd onderzocht na een melding dat zij mogelijk inkomsten uit optredens ontving. Het bestuur heeft vastgesteld dat appellante op professionele basis optredens verzorgde en dat zij inkomsten ontving, maar geen melding maakte van deze activiteiten, wat leidde tot de conclusie dat zij haar inlichtingenverplichting had geschonden.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet in staat was aannemelijk te maken dat, indien zij wel aan haar inlichtingenverplichting had voldaan, zij recht op bijstand zou hebben gehad. De rechtbank Dordrecht had eerder het beroep van appellante tegen een besluit van het bestuur ongegrond verklaard, maar de Raad heeft in hoger beroep de intrekking van de bijstand en de terugvordering van de kosten bevestigd. De Raad benadrukte dat het onderscheid tussen bedrijfsmatige en hobbymatige activiteiten voor de WWB niet relevant is, en dat appellante verplicht was om al haar inkomsten te melden, ongeacht de aard van de activiteiten.
De uitspraak bevestigt dat het bestuur bevoegd was om de bijstand in te trekken en de gemaakte kosten terug te vorderen, omdat appellante niet voldeed aan haar verplichtingen. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.