ECLI:NL:CRVB:2013:2739
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om bijstand wegens schending inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellante had een aanvraag om bijstand ingediend op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), maar het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft deze aanvraag afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat appellante niet de juiste en volledige informatie had verstrekt over haar verblijfsplaatsen. Tijdens het onderzoek door de gemeente bleek dat appellante niet op de door haar opgegeven adressen verbleef, wat leidde tot de conclusie dat zij haar inlichtingenverplichting had geschonden. De rechtbank had het beroep van appellante tegen de afwijzing ongegrond verklaard, en in hoger beroep herhaalde de Centrale Raad van Beroep deze conclusie. De Raad oordeelde dat het college niet tekortgeschoten was in zijn onderzoeksplicht en dat appellante niet voldoende had gedaan om haar verblijfssituatie te verduidelijken. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij werd vastgesteld dat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld door de schending van de inlichtingenverplichting door appellante. De uitspraak benadrukt het belang van controleerbare gegevens over de feitelijke woon- en verblijfplaats voor de vaststelling van het recht op bijstand.