ECLI:NL:CRVB:2013:2726
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet verschoonbare termijnoverschrijding bij indienen beroepschrift in sociale zekerheidszaak
Op 6 november 2013 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen van 3 oktober 2012. De zaak betreft een beroep van een groep appellanten, waaronder [appellant 1] en negen anderen, tegen de beslissing op bezwaar van het Centraal Administratiekantoor (CAK) van 1 maart 2011. De rechtbank had de beroepen van appellanten niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift, gedateerd 23 maart 2012, buiten de geldende termijn van zes weken was ingediend. De Centrale Raad bevestigt deze uitspraak en oordeelt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is.
De appellanten stelden dat de termijn om beroep in te stellen pas was aangevangen na besluiten van de Belastingdienst in februari en maart 2012, maar de Raad oordeelt dat dit geen steun vindt in de Algemene wet bestuursrecht. De Raad benadrukt dat appellanten ervoor hadden kunnen kiezen om tijdig een beroepschrift in te dienen, ook al waren er nog onzekerheden over de inkomensregistratie. De Raad concludeert dat de termijnoverschrijding voor rekening en risico van appellanten blijft.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en is gebaseerd op de overwegingen dat de appellanten niet tijdig hebben gereageerd op het bestreden besluit en dat er geen redenen zijn om de termijnoverschrijding als verschoonbaar te beschouwen. De griffier G.J. van Gendt en voorzitter J. Brand hebben de uitspraak ondertekend.