ECLI:NL:CRVB:2013:2686
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet verschoonbare termijnoverschrijding bij indienen bezwaarschrift door appellant met verstandelijke handicap
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die lijdt aan een verstandelijke handicap, had een indicatie voor begeleiding op grond van de AWBZ. Hij had bezwaar gemaakt tegen de weigering van Agis Zorgverzekeringen N.V. om een persoonsgebonden budget (pgb) te verlenen, omdat hij niet tijdig verantwoording had afgelegd over de besteding van het pgb. De rechtbank had het bezwaar van de appellant niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend en er geen verschoonbare reden was voor deze termijnoverschrijding.
De appellant voerde in hoger beroep aan dat zijn psychische problemen en verstandelijke handicap voldoende reden waren om de termijnoverschrijding als verschoonbaar te beschouwen. Hij kon echter geen medische verklaring overleggen die zijn stelling onderbouwde, omdat hij in de betreffende periode geen contact had met de buitenwereld. De Raad overwoog dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat zijn psychische toestand hem verhinderde om tijdig bezwaar in te dienen. De Raad concludeerde dat de appellant, ondanks de geboden begeleiding vanuit de AWBZ, niet had kunnen zorgen voor een tijdige indiening van het bezwaarschrift.
Uiteindelijk bevestigde de Centrale Raad van Beroep de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen aanleiding voor was. Deze uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van bezwaarschriften en de noodzaak voor appellanten om hun stellingen adequaat te onderbouwen met bewijs.