ECLI:NL:CRVB:2013:2678
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- R.E. Bakker
- K. Wentholt
- Rechtspraak.nl
Toekenning van IVA-uitkering na afwijzing loongerelateerde WGA-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 november 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het Uwv om hem geen IVA-uitkering toe te kennen, maar een loongerelateerde WGA-uitkering. Appellant, die lijdt aan colitis ulcerosa, was sinds 14 november 2008 arbeidsongeschikt en had in de tussenliggende periode meerdere operaties ondergaan. Het Uwv had in oktober 2010 vastgesteld dat appellant 100% arbeidsongeschikt was, maar had hem desondanks geen IVA-uitkering toegekend. Appellant stelde dat zijn situatie niet correct was beoordeeld en dat hij recht had op een IVA-uitkering.
De Raad oordeelde dat de inschatting van de bezwaarverzekeringsarts over de kans op herstel van appellant niet berustte op een deugdelijke afweging van de feiten en omstandigheden. De Raad concludeerde dat appellant per 12 november 2010 recht had op een IVA-uitkering, omdat hij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en het besluit van het Uwv, en herstelde de situatie door te bepalen dat appellant met terugwerkende kracht recht had op de IVA-uitkering. Tevens werd het Uwv veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht aan appellant.
Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige en onderbouwde beoordeling van de duurzaamheid van arbeidsongeschiktheid door verzekeringsartsen, en dat de inschatting van herstelkansen moet steunen op concrete feiten en omstandigheden.