ECLI:NL:CRVB:2013:2635
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.J.A. Kooijman
- J.F. Bandringa
- C.G. Kasdorp
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening oudere zelfstandige op grond van het Bbz 2004
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. De appellant, een oudere zelfstandige, had een aanvraag ingediend voor bijstand op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004). De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage, omdat appellant onvoldoende gegevens had aangeleverd om de levensvatbaarheid van zijn bedrijf te beoordelen. Appellant voerde aan dat hij alle gevraagde gegevens had verstrekt en dat het college hem niet de gelegenheid had geboden om aanvullende informatie te leveren.
De Raad overwoog dat het aan appellant was om aannemelijk te maken dat zijn bedrijf levensvatbaar was en dat hij recht had op bijstand. De Raad stelde vast dat appellant niet had voldaan aan de verzoeken om informatie van het college, waaronder een exploitatiebegroting en schriftelijke toezeggingen van potentiële opdrachtgevers. De ingediende gegevens waren niet voldoende onderbouwd en gaven geen duidelijkheid over de verwachte inkomsten en kosten van het bedrijf.
De Raad concludeerde dat het college niet verplicht was om extern advies in te winnen, aangezien de benodigde deskundigheid aanwezig was binnen de eigen organisatie. Gelet op de tekortkomingen in de informatie die appellant had verstrekt, kon niet worden vastgesteld of hij als oudere zelfstandige recht had op bijstand. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waardoor het hoger beroep van appellant niet slaagde. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met J.J.A. Kooijman als voorzitter.