Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- schorst de werking van de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 4 oktober 2013,
- bepaalt dat de griffier het door verzoeker betaalde griffierecht van € 478,- terugbetaalt aan
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 november 2013 uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep. De verzoeker, de korpsbeheerder van de politieregio Amsterdam-Amstelland, had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 4 oktober 2013, waarin het beroep van de betrokkene, een brigadier bij de politie, gegrond was verklaard. De rechtbank had het besluit van de korpsbeheerder om de betrokkene strafontslag te geven wegens zeer ernstig plichtsverzuim vernietigd. De betrokkene had in een bouwmarkt een beitel meegenomen zonder deze te betalen, wat door de korpsbeheerder als ernstig plichtsverzuim werd aangemerkt. De betrokkene stelde dat zijn gedrag mogelijk het gevolg was van medicijngebruik, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat dit niet aannemelijk was gemaakt. De voorzieningenrechter schorste de werking van de uitspraak van de rechtbank, omdat er een redelijke kans bestond dat de aangevallen uitspraak in hoger beroep niet in stand zou blijven. De voorzieningenrechter weegt daarbij het belang van de verzoeker om de betrokkene niet te werk te stellen, gezien het feit dat de partner van de betrokkene een eigen inkomen heeft. De uitspraak benadrukt de noodzaak van bewijsvoering in zaken van plichtsverzuim en de rol van medicijngebruik in de beoordeling van toerekenbaarheid.