ECLI:NL:CRVB:2013:2568
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. van Viegen
- P.J.M. Crombach
- Rechtspraak.nl
Weigering van bijzondere bijstand voor kosten van speciale voeding na kaakoperatie
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Nederland, die op 28 februari 2013 haar beroep gegrond verklaarde en het bestreden besluit van het college van burgemeester en wethouders van Nijkerk vernietigde. Appellante had bijzondere bijstand aangevraagd voor kosten van speciale voeding in verband met de gevolgen van een kaakoperatie. Het college had deze aanvraag afgewezen, stellende dat de kosten niet noodzakelijk waren. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit onvoldoende zorgvuldig was voorbereid en niet kon worden gedragen door de motivering. Het college werd in de gelegenheid gesteld om aanvullend advies van een medisch adviseur te verkrijgen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen. Appellante had tijdens een hoorzitting op 28 februari 2011 aangegeven bijzondere bijstand aan te vragen. Na een advies van de verzekeringsarts L. ten Hove, dat concludeerde dat er geen medische noodzaak was voor speciale voeding, heeft het college de aanvraag afgewezen. De Raad oordeelde dat het advies van Ten Hove voldoende onderbouwd was en dat appellante geen objectieve medische gegevens had overgelegd die haar standpunt konden onderbouwen.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen sprake was van noodzakelijke kosten van het bestaan, zoals bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Wet werk en bijstand (WWB). De beslissing van de rechtbank om het bestreden besluit te vernietigen en de rechtsgevolgen in stand te laten, werd door de Raad onderschreven. De Centrale Raad van Beroep concludeerde dat het hoger beroep van appellante niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.