ECLI:NL:CRVB:2013:2519
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening zelfstandigen wegens niet-levensvatbaarheid bedrijf
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 november 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag voor bijstandsverlening op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004). De appellant, die tot en met 2 april 2011 een uitkering ontving op basis van de Werkloosheidswet, had een aanvraag ingediend voor bedrijfskapitaal om een onderneming te starten die zich richt op de ontwikkeling en verkoop van een low cost computer aided virtual environment (CAVE). De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Diemen, op basis van een advies van SBMO Consultants, dat concludeerde dat het bedrijf niet levensvatbaar was.
De Raad heeft vastgesteld dat het college de aanvraag op juiste gronden heeft afgewezen. Het advies van SBMO werd als deskundig en zorgvuldig beschouwd, en er was geen bewijs dat dit advies ondeugdelijk was. De appellant had in hoger beroep een rapport van IMK Projecten ingediend, dat een positieve beoordeling van de levensvatbaarheid van zijn onderneming gaf. Echter, de Raad oordeelde dat dit rapport niet relevant was voor de beoordelingsdatum van 1 juli 2011, waarop de afwijzing was gebaseerd. De Raad benadrukte dat de beoordeling van de levensvatbaarheid van een bedrijf moet plaatsvinden op het moment van het primaire besluit en dat ontwikkelingen daarna niet in aanmerking kunnen worden genomen.
De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was om een onafhankelijke deskundige te benoemen, zoals door de appellant was verzocht. De conclusie was dat het hoger beroep niet slaagde en dat de eerdere uitspraak van de rechtbank, die het beroep tegen de afwijzing ongegrond had verklaard, werd bevestigd. De uitspraak werd gedaan door E.C.R. Schut, in tegenwoordigheid van griffier V.C. Hartkamp, en werd openbaar uitgesproken op 19 november 2013.