ECLI:NL:CRVB:2013:2513
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- B.J. van de Griend
- G.F. Walgemoed
- Rechtspraak.nl
Weigering WUV-uitkering aan kind uit gemengd huwelijk na onderzoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 november 2013 uitspraak gedaan in het geschil tussen appellante, geboren uit een gemengd huwelijk, en de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR) over de weigering van een WUV-uitkering. Appellante had eerder een verzoek ingediend om financiële aanspraken op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Wuv), maar dit verzoek was afgewezen. De Raad had eerder een besluit van de PUR vernietigd omdat dit onzorgvuldig was voorbereid en ondeugdelijk was gemotiveerd. Na het eerdere oordeel heeft de PUR nader onderzoek gedaan, maar kwam opnieuw tot de conclusie dat appellante geen recht had op de uitkering.
De Raad overwoog dat appellante, als kind van een niet-joodse moeder en een joodse vader, in beginsel geen vervolging te vrezen had. Er was onvoldoende bewijs dat de omstandigheden waaronder appellante de oorlog heeft meegemaakt zich wezenlijk onderscheiden van die van andere kinderen uit gemengde huwelijken. De Raad concludeerde dat de psychische klachten van appellante niet gerelateerd konden worden aan het omkomen van haar vader, en dat de PUR terecht had geoordeeld dat er geen aanleiding was voor gelijkstelling met vervolgden.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldig onderzoek en de noodzaak om de specifieke omstandigheden van de betrokkenen in overweging te nemen. De Raad verklaarde het beroep van appellante ongegrond en er was geen aanleiding voor vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter A. Beuker-Tilstra, en is openbaar uitgesproken op 21 november 2013.