ECLI:NL:CRVB:2013:2491
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Y.J. Klik
- P.J.M. Crombach
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de uitspraak van de rechtbank Utrecht inzake proceskostenvergoeding in het kader van de Wet werk en bijstand
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 november 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht. De rechtbank had in haar uitspraak van 15 augustus 2012, zaaknummer 11/3856, het beroep van appellante gegrond verklaard en het bestreden besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht vernietigd voor wat betreft de langdurigheidstoeslag over 2005. De rechtbank had echter nagelaten het college te veroordelen in de proceskosten van appellante in bezwaar, wat de Centrale Raad van Beroep nu corrigeert.
De Centrale Raad oordeelt dat de rechtbank ten onrechte heeft verzuimd om het college te veroordelen in de kosten van appellante in bezwaar. De Raad stelt vast dat de rechtbank het besluit van 25 juli 2011 heeft herroepen wegens aan het college te wijten onrechtmatigheid, omdat het college bij de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag over 2005 is uitgegaan van een onjuiste referteperiode. Dit betekent dat appellante recht heeft op vergoeding van de kosten die zij heeft gemaakt in verband met de behandeling van het bezwaar.
De Raad heeft de kosten van rechtsbijstand in bezwaar begroot op € 944,- en de proceskosten in hoger beroep op € 472,-. De totale kosten die het college aan appellante moet vergoeden, bedragen € 1.416,-. Daarnaast moet het college het griffierecht van € 115,- dat appellante in hoger beroep heeft betaald, vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de griffier.