Uitspraak
17 januari 2012, 11/853 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond, die op 17 januari 2012 het beroep van appellante tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond verklaarde. Het Uwv had op 26 mei 2011 besloten dat appellante per 28 februari 2011 geen recht had op een uitkering ingevolge de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Appellante stelde dat de verzekeringsgeneeskundige beoordeling onzorgvuldig was en dat zij door haar psychische klachten niet in staat was om loonvormende arbeid te verrichten. Ze verwees naar informatie van haar behandelend psychiater en deed aangifte van stalking, mishandeling en ontvoering door haar broer. Het Uwv verdedigde de eerdere beslissing en stelde dat de functionele mogelijkheden van appellante correct waren vastgesteld.
Tijdens de zittingen op 31 mei en 4 oktober 2013 zijn beide partijen niet verschenen. De Raad heeft het onderzoek heropend en het Uwv verzocht om nadere stukken en antwoorden op vragen te overleggen. De bezwaarverzekeringsarts heeft een nadere toelichting gegeven op de informatie van de behandelend psychiater, maar de Raad concludeerde dat er geen reden was om de eerdere beoordeling van de rechtbank te betwisten. De Raad oordeelde dat de medische grondslag van het bestreden besluit niet onjuist was en dat er geen aanleiding was om een deskundige te benoemen.
Uiteindelijk bevestigde de Raad de aangevallen uitspraak en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd gedaan op 15 november 2013 door de Centrale Raad van Beroep, met J.W. Schuttel als voorzitter en H.C.P. Venema en R.E. Bakker als leden.