ECLI:NL:CRVB:2013:2433
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van WW-uitkering en boete door het Uwv
Op 13 november 2013 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een appellant die bezwaar had gemaakt tegen besluiten van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 16 juni 2009 en 3 juli 2009. Het Uwv had de uitkering van de appellant herzien en een boete opgelegd. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
Tijdens de procedure in hoger beroep heeft het Uwv, na toetsing aan de Handleiding herbeoordeling ZZP-dossiers, het bezwaar van de appellant alsnog gegrond verklaard. Dit leidde tot de herroeping van de eerdere besluiten, omdat deze onterecht waren genomen. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant recht had op vergoeding van de kosten van rechtsbijstand en heeft het Uwv veroordeeld tot betaling van deze kosten.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak vernietigd en het beroep van de appellant gegrond verklaard. De Raad heeft het Uwv ook veroordeeld in de proceskosten van de appellant, die in totaal € 1.416,- bedragen, en heeft bepaald dat het Uwv het griffierecht van € 153,- aan de appellant moet vergoeden. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor het Uwv om zorgvuldig om te gaan met herzieningen en terugvorderingen van uitkeringen, en de rechten van de appellant in het proces.