ECLI:NL:CRVB:2013:2423
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging recht op ziekengeld na zorgvuldig medisch onderzoek
In deze zaak gaat het om de beëindiging van het recht op ziekengeld van appellant, die zich ziek had gemeld vanwege nekpijn en longklachten. Appellant, die werkzaam was als medewerker in de paprikakwekerij, ontving vanaf 8 november 2010 een uitkering op basis van de Ziektewet. Na meerdere medische onderzoeken, waaronder een beoordeling door arts N. Wildenborg, werd geconcludeerd dat appellant per 15 juni 2011 weer geschikt was voor zijn werk. Het Uwv beëindigde daarop het recht op ziekengeld. Appellant ging in bezwaar, maar dit werd ongegrond verklaard door het Uwv. De rechtbank 's-Gravenhage verklaarde het beroep van appellant gegrond, maar handhaafde de rechtsgevolgen van het besluit van het Uwv.
In hoger beroep voerde appellant aan dat onvoldoende rekening was gehouden met zijn klachten. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd. De arts had appellant meerdere keren onderzocht en beschikte over relevante informatie van de longarts. De bezwaarverzekeringsarts bevestigde dat er geen functionele belemmeringen waren op basis van de longklachten en dat de arm- en handklachten bescheiden van aard waren. De Raad concludeerde dat het Uwv op goede gronden het recht op ziekengeld had beëindigd en dat er geen nieuwe, relevante informatie was die het eerdere standpunt van het Uwv kon ondermijnen.
De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank, waarbij het hoger beroep van appellant niet slaagde. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, en de uitspraak werd openbaar gedaan op 13 november 2013.