Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 november 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een WIA-uitkering aan appellante, die zich ziek had gemeld met psychische en lichamelijke klachten. Appellante, die voorheen als verkoopster werkte, had zich per 10 april 2008 ziek gemeld. Na haar aanvraag voor een WIA-uitkering werd zij op 26 april 2010 onderzocht door een verzekeringsarts, die beperkingen vaststelde in haar Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). De arbeidsdeskundige concludeerde dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt was en dat er geen recht op een WIA-uitkering bestond. Dit besluit werd later door het Uwv bevestigd na een herbeoordeling door de bezwaarverzekeringsarts.
Appellante ging in beroep tegen de beslissing van het Uwv, maar de rechtbank verklaarde haar beroep ongegrond. In hoger beroep voerde appellante aan dat haar beperkingen aan de linkerhand onvoldoende waren meegewogen, wat leidde tot een zwaardere belasting van haar rechterhand. De Raad oordeelde echter dat er geen aanleiding was om het medisch onderzoek van de verzekeringsarts en de bezwaarverzekeringsarts als onzorgvuldig te beschouwen. De Raad vond dat de verzekeringsarts voldoende rekening had gehouden met de psychische en lichamelijke klachten van appellante en dat de FML adequaat was opgesteld.
De Raad concludeerde dat het Uwv op goede gronden had vastgesteld dat appellante met ingang van 8 april 2010 geen recht had op een WIA-uitkering. De functies die aan appellante waren toegewezen, waren volgens de bezwaararbeidsdeskundige geschikt, ondanks de beperkingen die waren vastgesteld. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met Ch. van Voorst als voorzitter.