ECLI:NL:CRVB:2013:2397
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Eigen bijdrage voor zorg met verblijf en peiljaarverlegging in de AWBZ
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Almelo. De zaak betreft de eigen bijdrage voor zorg met verblijf voor het jaar 2009, waarbij de appellant, vertegenwoordigd door mr. B. Bentem, in beroep ging tegen de vastgestelde eigen bijdrage door het Centraal Administratiekantoor B.V. (CAK). De appellant betoogde dat bij de vaststelling van de eigen bijdrage het verzamelinkomen van 2007 als uitgangspunt had moeten dienen, minus de waarde van een nabetaling van de Wajong-uitkering over de jaren 2005 en 2006.
De Raad heeft vastgesteld dat de eigen bijdrage van de appellant voor het jaar 2009 met toepassing van peiljaarverlegging is vastgesteld op € 356,62 per maand, conform de regels van het Bijdragebesluit zorg en de Bijdrageregeling zorg AWBZ. De appellant stelde dat zijn situatie bijzonder was, omdat zijn inkomen hoger uitviel door een fout van een ander overheidsorgaan, maar de Raad oordeelde dat de regeling voor de heffing van eigen bijdragen imperatief en limitatief is. Er zijn geen mogelijkheden om de eigen bijdrage in een concreet geval te matigen, behoudens de peiljaarverlegging.
De Raad concludeerde dat er geen zeer bijzondere situatie was die een verdere matiging rechtvaardigde en dat de strikte toepassing van de regelgeving niet in strijd was met algemene rechtsbeginselen. Het hoger beroep van de appellant werd dan ook afgewezen en de aangevallen uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak werd gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van G.J. van Gendt als griffier.