Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- verklaart het beroep tegen het besluit van 27 september 2013 ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een reorganisatieontslag van een ambtenaar bij de gemeente Hengelo. De appellant, die sinds 1978 in dienst was, kreeg te maken met de opheffing van zijn functie per 1 januari 2006. Na een periode van herplaatsing en detachering, werd hem in 2010 het voornemen tot ontslag meegedeeld, wat uiteindelijk resulteerde in een ontslag per 1 november 2012. De Centrale Raad van Beroep heeft de uitspraak van de rechtbank Almelo bevestigd, waarin het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat de gemeente voldoende inspanningen had verricht om de appellant te herplaatsen en dat er geen passende functie beschikbaar was. De appellant had aangevoerd dat zijn ziekte en de lange duur van de procedure reden waren om de herplaatsingstermijn te verlengen, maar de Raad oordeelde dat de gemeente niet in redelijkheid van haar bevoegdheid tot ontslag had kunnen afzien. De Raad bevestigde dat de appellant geen recht had op een aanvullende vergoeding, aangezien hij recht had op een aanvullende uitkering en na-wettelijke uitkering op basis van de HAR. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer op 7 november 2013.