ECLI:NL:CRVB:2013:2340
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R. Kooper
- S.K. Dekker
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag erkenning burger-oorlogsslachtoffer en toekenning toeslag en voorzieningen
Op 7 november 2013 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellante tegen de Pensioen- en Uitkeringsraad. Appellante had een aanvraag ingediend voor erkenning als burger-oorlogsslachtoffer op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). De aanvraag werd afgewezen door verweerder op 6 juni 2012, omdat appellante niet voldoende had aangetoond dat zij direct betrokken was bij oorlogsgeweld. Het bestreden besluit, waarin het bezwaar ongegrond werd verklaard, leidde tot het beroep van appellante.
Tijdens de zitting op 26 september 2013 heeft appellante verklaard dat zij geen duidelijke herinneringen heeft aan de oorlog, maar dat zij wel geluiden van beschietingen heeft gehoord tijdens haar verblijf in een kindertehuis in Groningen. De Raad oordeelde dat deze geluiden niet voldoende zijn om te concluderen dat appellante direct betrokken was bij de oorlogsgebeurtenissen, zoals vereist door de Wubo. De Raad benadrukte dat er concrete gebeurtenissen moeten zijn die onder de werking van de Wubo vallen, zoals verwondingen of directe confrontatie met geweld.
Appellante verwees ook naar haar vermoedelijke joodse afkomst, maar de Raad stelde vast dat dit op zichzelf niet voldoende is voor erkenning onder de Wubo. Daarnaast verzocht appellante om een psychiatrisch onderzoek, maar de Raad oordeelde dat dit pas aan de orde kan komen als er sprake is van erkende oorlogsgebeurtenissen. Aangezien dit niet het geval was, werd het beroep van appellante ongegrond verklaard. De Raad besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.