ECLI:NL:CRVB:2013:2257

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
30 oktober 2013
Publicatiedatum
30 oktober 2013
Zaaknummer
11-2989 WSF
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van bezwaar wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, maar dit bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaarschrift niet tijdig was ingediend. De rechtbank had het beroep van de appellant gegrond verklaard en het bestreden besluit van de Minister vernietigd, maar ook het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelde dat er geen omstandigheden waren die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten.

In hoger beroep heeft de appellant niet kunnen aantonen waarom het oordeel van de rechtbank onjuist zou zijn. De Centrale Raad van Beroep onderschreef de overwegingen van de rechtbank en bevestigde de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar. Hierdoor kwam de Raad, net als de rechtbank, niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was en dat de appellant niet in zijn recht is gesteld.

De uitspraak werd gedaan door mr. I.M.J. Hilhorst-Hagen, in tegenwoordigheid van griffier Z. Karekezi. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak, 30 oktober 2013. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien hiervoor geen aanleiding bestond.

Uitspraak

11/2989 WSF
Datum uitspraak: 30 oktober 2013
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van
7 april 2011, 10/1660 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te[woonplaats] (appellant)
de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Minister)
PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
De Minister heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 september 2013. Appellant is niet verschenen. De Minister heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. K.F. Hofstee.

OVERWEGINGEN

1.
Bij besluit van 1 juni 2010 (bestreden besluit) heeft de Minister het bezwaar van appellant tegen het besluit van 25 februari 2010 ongegrond verklaard.
2.
De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak het tegen het bestreden besluit ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Daartoe is overwogen dat het bezwaarschrift niet tijdig is ingediend en niet is gebleken van omstandigheden op grond waarvan de termijnoverschrijding verschoonbaar kan worden geacht.
3.
Appellant is in hoger beroep gekomen van de aangevallen uitspraak omdat de rechtbank geen inhoudelijk oordeel over de zaak heeft gegeven.
4.1.
Appellant heeft in hoger beroep niet aangegeven waarom het oordeel van de rechtbank onjuist is dat sprake is van een, niet verschoonbare, termijnoverschrijding van het bezwaar tegen het besluit van 25 februari 2010. De Raad ziet geen reden het in de aangevallen uitspraak neergelegde oordeel van de rechtbank voor onjuist te houden en onderschrijft de overwegingen van de rechtbank volledig.
4.2.
Het gevolg van de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar is dat de Raad, evenals de rechtbank, niet toekomt aan een inhoudelijke beoordeling.
5.
De aangevallen uitspraak zal worden bevestigd.
6.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M.J. Hilhorst-Hagen, in tegenwoordigheid van
Z. Karekezi als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 30 oktober 2013.
(getekend) I.M.J. Hilhorst-Hagen
(getekend) Z. Karekezi

CVG