ECLI:NL:CRVB:2013:2169
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing uitkering op grond van de Wet Wajong na termijnoverschrijding bezwaarschrift
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 oktober 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om geen uitkering op grond van de Wet Wajong toe te kennen. Appellant had op 29 januari 2010 een aanvraag ingediend voor een arbeids- en inkomensvoorziening, maar het Uwv heeft na een verzekeringsgeneeskundig onderzoek op 6 mei 2010 besloten dat appellant niet aan de voorwaarden voldeed. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar is na de wettelijke termijn van zes weken ingediend, wat niet in geschil is. De rechtbank 's-Hertogenbosch heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, omdat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar werd geacht.
In hoger beroep heeft appellant zijn eerdere argumenten herhaald, maar de Raad heeft geen redenen gevonden om de termijnoverschrijding als verschoonbaar te beschouwen. De door appellant overgelegde medische informatie, waaronder gegevens van zijn behandelend psycholoog, bood geen steun voor de stelling dat hij gedurende de bezwaartermijn niet in staat was om een bezwaarschrift in te dienen. De Raad heeft vastgesteld dat appellant geen nieuwe gegevens heeft overgelegd die tot een ander oordeel zouden kunnen leiden.
De Centrale Raad van Beroep heeft uiteindelijk de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.