ECLI:NL:CRVB:2013:2113
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing WIA-uitkering op basis van medische beoordeling en geschiktheid voor functies
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Zutphen. De appellant, die in mei 2008 uitviel voor zijn werk door rugklachten, had eerder een WGA-uitkering ontvangen, maar het Uwv had vastgesteld dat hij met ingang van 16 juni 2010 minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank had het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, waarbij werd gesteld dat de medische beoordeling zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de juistheid van de inschatting van de gezondheidstoestand van appellant.
In hoger beroep herhaalde appellant zijn gronden en voerde aan dat zijn beperkingen niet goed waren ingeschat, vooral met betrekking tot zitten, vochtigheid, koude en knielen. Hij stelde ook dat zijn psychische beperkingen waren onderschat en dat de voorgehouden functies niet geschikt waren. De Raad overwoog echter dat de rechtbank de medische gronden van appellant op juiste wijze had beoordeeld en dat de bezwaarverzekeringsarts de beperkingen correct had vastgesteld. De Raad concludeerde dat appellant geen nieuwe informatie had ingediend die de eerdere beoordeling in twijfel trok.
De bezwaararbeidsdeskundige had voldoende gemotiveerd dat de functies die aan appellant waren voorgehouden, geschikt waren, ook met betrekking tot de opleidingseisen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 16 oktober 2013.