ECLI:NL:CRVB:2013:2005
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- J.Th. Wolleswinkel
- J.N.A. Bootsma
- Rechtspraak.nl
Herziening van reiskostenvergoeding voor militairen en de toepassing van de OBA
In deze zaak heeft appellant, een kapitein bij de Koninklijke Landmacht, hoger beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Defensie inzake zijn reiskostenvergoeding. Appellant had eerder een tegemoetkoming van 62 km ontvangen voor zijn woon-werkverkeer naar luchtmachtbasis De Peel, omdat de route over de A73 destijds niet in de routeplanner van DIDO was opgenomen. Na de opname van deze route in DIDO, verzocht appellant om herziening van zijn reiskostenvergoeding, waarbij de minister het aantal te vergoeden kilometers vaststelde op 64 km, maar geen vergoeding gaf voor de 6 km die appellant op de luchtmachtbasis moest afleggen. De minister baseerde deze beslissing op het Verplaatsingskostenbesluit militairen (VKBM), dat bepaalt dat de tegemoetkoming is bestemd voor de afstand tot de gebruikelijke ingang van het terrein van de luchtmachtbasis.
Appellant stelde dat de Order van blijvende aard GGW BE-11 (OBA), die van 1 juni 2000 tot 1 mei 2009 van kracht was, ook op hem van toepassing zou moeten zijn, omdat deze extra kilometers vergoedden. De rechtbank had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, omdat hij geen nieuwe feiten had aangedragen die relevant waren voor zijn verzoek om herziening. In hoger beroep werd door appellant gewezen op de OBA, maar de Raad oordeelde dat dit geen nieuw feit was, omdat appellant dit eerder in bezwaar had kunnen inbrengen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de minister terecht had geweigerd om de reiskostenvergoeding te herzien.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak, zonder veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep op 10 oktober 2013.