ECLI:NL:CRVB:2013:1889
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens gezamenlijke huishouding en schending inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Maastricht. De zaak betreft de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkeringen aan appellante, die sinds 18 maart 1994 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Naar aanleiding van een anonieme tip dat appellante samenwoont met een onbekende man, heeft de sociale recherche een onderzoek ingesteld. Dit leidde tot een huisbezoek op 16 december 2010, waarbij zowel appellante als de man in kwestie, [D.], verklaringen hebben afgelegd. De onderzoeksresultaten leidden tot de conclusie dat appellante en [D.] een gezamenlijke huishouding voerden, wat zij niet hadden gemeld aan het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Kompas.
Het dagelijks bestuur heeft vervolgens besloten om de bijstand van appellante in te trekken en de kosten van bijstand over een bepaalde periode terug te vorderen. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de onderzoeksbevindingen van het dagelijks bestuur als toereikend beoordeeld. De Raad oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de gezamenlijke huishouding, onder andere door de verklaringen van appellante en [D.], en de bevindingen tijdens de huisbezoeken. De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet aan haar inlichtingenverplichting heeft voldaan door de gezamenlijke huishouding niet te melden.
De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat het hoger beroep van appellante niet slaagde. Er zijn geen zelfstandige beroepsgronden aangevoerd tegen de terugvordering en het opleggen van een maatregel. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.