ECLI:NL:CRVB:2013:1878
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering en beoordeling van beperkingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 september 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Breda. De appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. J.J. Bronsveld, had hoger beroep ingesteld tegen de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om hem per 9 augustus 2010 een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) toe te kennen. Het Uwv had eerder, op 26 augustus 2010, besloten om de uitkering te weigeren, en dit besluit werd later door de rechtbank ongegrond verklaard.
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er geen reden is om aan te nemen dat de appellant meer of anders beperkt is dan in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) is weergegeven. De Raad heeft de rapportage van klinisch psycholoog dr. drs. L.E.E. Ligthart betrokken bij zijn oordeel, waarin geen aanwijzingen werden gevonden voor een duidelijke psychiatrische ziekte of verstandelijke handicap. De Raad concludeert dat de appellant, ondanks zijn beperkingen, in staat is om de werkzaamheden van de geduide functies, zoals wikkelaar en produktiemedewerker, te verrichten.
De Raad heeft het verzoek van de appellant om een onafhankelijke deskundige te benoemen afgewezen, omdat er geen twijfel bestond over de juistheid van de medische beperkingen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan door I.M.J. Hilhorst-Hagen, in aanwezigheid van griffier G.J. van Gendt, en werd openbaar uitgesproken op 27 september 2013.