ECLI:NL:CRVB:2013:1843

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
25 september 2013
Publicatiedatum
25 september 2013
Zaaknummer
11-7007 WW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek om vergoeding van wettelijke rente en proceskosten in hoger beroep tegen Uwv

In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. J.W. Brouwer, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Assen. De rechtbank had op 15 november 2011 een uitspraak gedaan in de zaak met nummer 10/61. Het hoger beroep volgde op een nieuwe beslissing op bezwaar van het Uwv, genomen op 21 juni 2013. Appellante trok op 5 augustus 2013 het hoger beroep in, maar verzocht de Raad om het Uwv te veroordelen in de proceskosten en de wettelijke rente over de na te betalen uitkering. Het Uwv diende op 14 augustus 2013 een verweerschrift in, maar het onderzoek ter zitting werd met toestemming van partijen achterwege gelaten.

De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat, op basis van artikel 8:73a van de Algemene wet bestuursrecht, het Uwv veroordeeld kan worden tot vergoeding van schade indien het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift tegemoetkomt. Aangezien het Uwv met de nieuwe beslissing op bezwaar aan de bezwaren van appellante tegemoet was gekomen, werd het verzoek om vergoeding van wettelijke rente toegewezen. De Raad verwees naar een eerdere uitspraak van 25 januari 2012 voor de wijze waarop de rente berekend dient te worden.

Daarnaast werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten die appellante in hoger beroep had gemaakt. Deze kosten werden begroot op € 944,- voor verleende rechtsbijstand en € 42,20 aan reiskosten, wat resulteerde in een totaalbedrag van € 986,20. De uitspraak werd gedaan door G.A.J. van den Hurk, in tegenwoordigheid van griffier G.J. van Gendt, en werd openbaar uitgesproken op 25 september 2013.

Uitspraak

Datum uitspraak: 25 september 2013
11/7007 WW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:73a en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Assen van 15 november 2011, 10/61 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellante]te [woonplaats](appellante)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. J.W. Brouwer, advocaat, hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.
Het Uwv heeft op 21 juni 2013 een nieuwe beslissing op bezwaar genomen.
Bij brief van 5 augustus 2013 heeft mr. Brouwer namens appellante het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht het Uwv te veroordelen in de proceskosten en de wettelijke rente.
Het Uwv heeft op 14 augustus 2013 gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen.
Met toestemming van partijen heeft de Raad bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, waarna het onderzoek is gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:73a, eerste lid, eerste volzin, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:73 van de Awb kan worden veroordeeld tot vergoeding van de schade die de verzoeker lijdt.
Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Awb bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 21 van de Beroepswet is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep. Het Uwv is met het nieuwe besluit van 21 juni 2013 geheel aan de bezwaren van appellante tegemoet gekomen.
Het verzoek van appellante om het Uwv te veroordelen tot vergoeding van wettelijke rente over de na te betalen uitkering wordt toegewezen. Voor de wijze waarop het Uwv de rente dient te berekenen wordt verwezen naar de uitspraak van 25 januari 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BV1958.
Aanleiding bestaat om het Uwv te veroordelen in de in hoger beroep gemaakte proceskosten. Deze kosten worden begroot op € 944,- voor verleende rechtsbijstand en op € 42,20 aan reiskosten, in totaal € 986,20.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep
- veroordeelt het Uwv tot vergoeding van wettelijke rente als hiervoor aangegeven;
- veroordeelt het Uwv in de kosten van appellante tot een bedrag van € 986,20.
Deze uitspraak is gedaan door G.A.J. van den Hurk, in tegenwoordigheid van G.J. van Gendt als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 25 september 2013.
(getekend) G.A.J. van den Hurk
(getekend) G.J. van Gendt

CVG