ECLI:NL:CRVB:2013:1842
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en recht op WIA-uitkering na medisch onderzoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 september 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Appellante, die zich ziek had gemeld vanwege psychische klachten en andere medische aandoeningen, had geen recht op een uitkering op grond van de Wet WIA, omdat zij op de datum van beoordeling minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Het Uwv had op basis van een verzekeringsgeneeskundig en arbeidskundig onderzoek vastgesteld dat appellante niet meer geschikt was voor haar eigen werk, maar dat er wel drie andere functies waren die zij kon vervullen. De rechtbank had geoordeeld dat het onderzoek door de (bezwaar)verzekeringsarts zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen reden was om te twijfelen aan de vastgestelde medische beperkingen. Appellante herhaalde in hoger beroep haar standpunt dat zij zwaarder beperkt was dan het Uwv had aangenomen en dat zij de geduide functies niet kon verrichten. De Raad oordeelde echter dat de door het Uwv aangenomen beperkingen juist waren en dat de functies medisch geschikt waren voor appellante. De medische informatie die appellante in hoger beroep had overgelegd, bood geen aanknopingspunten voor een andersluidend oordeel. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde.