ECLI:NL:CRVB:2013:1802
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- J.J.A. Kooijman
- C.G. Kasdorp
- Rechtspraak.nl
Verlaging van bijstand wegens niet-nakomen van verplichtingen in arbeidsinschakelingstraject
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 september 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Groningen. Appellant, die sinds 14 maart 2010 bijstand ontvangt op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), had zijn bijstand met 50% verlaagd gekregen door het college van burgemeester en wethouders van Groningen. De verlaging was opgelegd omdat appellant niet op het trajectadres was verschenen, wat werd gezien als het niet nakomen van zijn verplichtingen in het kader van het arbeidsinschakelingstraject bij Springplank.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant op 7 maart 2011 niet op het trajectadres is verschenen, terwijl hij op die dag vakantie had. Echter, appellant had niet aangetoond dat hij in de periode daarna verhinderd was om zich te melden. De Raad oordeelde dat appellant op de hoogte was van zijn verplichtingen en dat het college niet verplicht was om deze verplichtingen in een formeel besluit vast te leggen. De Raad concludeerde dat appellant de op hem rustende verplichtingen niet was nagekomen, wat de verlaging van zijn bijstand rechtvaardigde.
De Raad heeft de argumenten van appellant, waaronder het niet tijdig informeren over de huisregels van Springplank en de gevolgen van het niet verschijnen, verworpen. De Raad oordeelde dat appellant voldoende was geïnformeerd over zijn verplichtingen en dat hij had moeten begrijpen welke gevolgen het niet nakomen daarvan zou hebben. De uitspraak van de rechtbank Groningen werd bevestigd, en het hoger beroep van appellant werd ongegrond verklaard.