ECLI:NL:CRVB:2013:1795

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
17 september 2013
Publicatiedatum
18 september 2013
Zaaknummer
11-5408 WWB
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de toekenning van bijzondere bijstand voor de aankoop van duurzame gebruiksgoederen

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 september 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Appellant had op 16 augustus 2010 bijzondere bijstand aangevraagd voor de aankoop van een wasmachine en een koelkast. Het college van burgemeester en wethouders van Schiedam kende appellant een bedrag van € 645,- toe in de vorm van leenbijstand, maar weigerde bijstand om niet te verstrekken. Appellant was van mening dat er bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van het beleid rechtvaardigden.

De rechtbank verklaarde het beroep van appellant tegen het besluit van het college ongegrond. In hoger beroep heeft appellant opnieuw aangevoerd dat hij in de periode voor de aankoop van de wasmachine en koelkast niet heeft kunnen reserveren, wat volgens hem een bijzondere omstandigheid vormde. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat deze omstandigheid niet voldoende was om te concluderen dat het college in afwijking van het beleid bijstand om niet had moeten verlenen. De Raad stelde vast dat het college beleid had dat bijstand voor de eerste aankoop van duurzame gebruiksgoederen in de vorm van leenbijstand werd verstrekt.

De Raad concludeerde dat het hoger beroep van appellant geen doel trof en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 17 september 2013.

Uitspraak

11/5408 WWB
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 4 augustus 2011, 11/759 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Schiedam (college)
PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. G.J. de Kaste, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft, gevoegd met de zaak 11/5407 WWB en 11/5412 WWB, plaatsgehad op 6 augustus 2013. Appellant is, met bericht, niet verschenen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door drs. S. van Gent. Na de behandeling ter zitting zijn de zaken gesplitst.

OVERWEGINGEN

1.
De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.
1.1.
Appellant heeft op 16 augustus 2010 bijzondere bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand aangevraagd voor de aankoop van onder meer een wasmachine en een koelkast.
1.2.
Bij besluit van 31 augustus 2010, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 3 februari 2011 (bestreden besluit), heeft het college aan appellant een bedrag van in totaal € 645,- toegekend in de vorm van leenbijstand voor de financiering van de wasmachine en koelkast.
2.
Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
3.
Appellant heeft zich op de hierna te bespreken grond tegen de aangevallen uitspraak gekeerd.
4.
De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.
Ingevolge artikel 51, eerste lid, van de WWB kan bijzondere bijstand voor de kosten van noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen worden verleend in de vorm van een geldlening of borgtocht, dan wel in de vorm van een bedrag om niet.
4.2.
Volgens het beleid van het college, vastgelegd in de Uitvoeringsregels bijzondere bijstand duurzame gebruiksgoederen 2008 (Uitvoeringsregels), wordt bijstand voor vervanging van een duurzaam gebruiksgoed, waaronder begrepen een koelkast en wasmachine, om niet toegekend.
4.3.
Tussen partijen is niet in geschil dat het hier niet gaat om vervanging, maar om de eerste aankoop van een koelkast en wasmachine, zodat niet voldaan is aan de voorwaarde van de Uitvoeringsregeling voor de toekenning van bijstand om niet. Het college voert het beleid dat de bijstand voor de eerste aankoop van duurzame gebruiksgoederen als hier aan de orde wordt verstrekt in de vorm van leenbijstand. In geschil is het antwoord op de vraag of het college in de omstandigheden van appellant aanleiding had moeten zien in afwijking van het beleid bijstand om niet te verstrekken.
4.4.
Naar de mening van appellant is sprake van bijzondere omstandigheden omdat hij in de periode voor de aankoop van de wasmachine en de koelkast in het geheel niet heeft kunnen reserveren.
4.5.
Deze door appellant aangevoerde omstandigheid kan niet leiden tot het oordeel dat sprake is van bijzondere omstandigheden die meebrengen dat het college in afwijking van het gevoerde beleid in dit geval bijzondere bijstand om niet had moeten verlenen. Niet is aan de orde de vraag of en, zo ja, in hoeverre appellant in staat is geweest om te reserveren voor de beide aankopen. Met het toegekende bedrag van de leenbijstand kan appellant immers de aankoop van de wasmachine en de koelkast volledig financieren.
4.6.
Het voorgaande betekent dat het hoger beroep geen doel treft, zodat de aangevallen uitspraak voor bevestiging in aanmerking komt.
5.
Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door J.F. Bandringa als voorzitter en J.J.A. Kooijman en
C.G. Kasdorp als leden, in tegenwoordigheid van M.R. Schuurman als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 17 september 2013.
(getekend) J.F. Bandringa
(getekend) M.R. Schuurman

IJ