ECLI:NL:CRVB:2013:1772
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake AOW
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 september 2013 uitspraak gedaan op het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 28 september 2012. Verzoekster, woonachtig in Marokko, had verzocht om herziening van de uitspraak waarbij haar bezwaar tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) niet-ontvankelijk was verklaard. Dit verzoek is behandeld tijdens een zitting op 2 augustus 2013, waar partijen niet zijn verschenen.
De Raad heeft in zijn uitspraak van 28 september 2012 geoordeeld dat het bezwaar van verzoekster tegen het besluit van de Svb van 27 juli 2010 terecht niet-ontvankelijk was verklaard, omdat het bezwaar te laat was ingediend en er geen sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding. Verzoekster heeft in haar verzoek om herziening aangevoerd dat medewerkers van de Nederlandse ambassade haar niet correct hebben geïnformeerd over de termijn waarbinnen zij bezwaar had kunnen maken.
De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak of de juistheid van de eerdere uitspraak. Er is niet gebleken dat verzoekster nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die relevant zijn voor de herziening, zoals vereist volgens artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Daarom heeft de Raad het verzoek om herziening afgewezen en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade, in tegenwoordigheid van I.J. Penning als griffier, en is openbaar uitgesproken op 13 september 2013.