ECLI:NL:CRVB:2013:1765
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Buitenlandbijdrage over zorgjaar 2008 en voorlopige afrekening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 september 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant die in België woont en een vervroegd pensioen ontvangt van de Stichting Philips Pensioenfonds. De appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het College voor zorgverzekeringen (Cvz) over de voorlopige buitenlandbijdrage over het zorgjaar 2008, vastgesteld op € 3.557,59. De Raad heeft eerder in een uitspraak van 3 oktober 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BX9248, de definitieve buitenlandbijdrage over het jaar 2007 bevestigd, wat relevant is voor de beoordeling van het hoger beroep van de appellant. De gronden van het hoger beroep over 2008 zijn gelijkluidend aan die van het hoger beroep over 2007, en de Raad verwijst naar zijn eerdere oordeel en de relevante rechtsoverwegingen.
De Raad heeft overwogen dat de keuze van de appellant om zich te verzekeren bij IAK niet kan leiden tot het niet opleggen van de buitenlandbijdrage over 2008. De bijdrage is wettelijk verschuldigd, ongeacht de verzekering bij IAK. De rechtbank had eerder het beroep van de appellant tegen het besluit van Cvz ongegrond verklaard, en de Raad komt tot de conclusie dat het hoger beroep niet slaagt. De aangevallen uitspraak wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.