ECLI:NL:CRVB:2013:1737
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. de Mooij
- W.H. Bel
- L.J.A. Damen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake uitbreiding van uren huishoudelijke hulp op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Nieuwegein om het aantal uren huishoudelijke hulp uit te breiden. Appellante had eerder een aanvraag ingediend voor verlenging van de voorziening huishoudelijke verzorging op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het college had haar in eerste instantie in aanmerking gebracht voor huishoudelijke hulp 2 (HH2), klasse 3, maar later verlaagd naar klasse 2. Appellante verzocht om uitbreiding van het aantal uren huishoudelijke hulp, maar het college weigerde dit op basis van medisch advies dat stelde dat de HH2, klasse 2, toereikend was.
De rechtbank Utrecht had het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarbij werd overwogen dat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die een andere beslissing rechtvaardigden. Appellante ging in hoger beroep, waarbij zij aanvoerde dat haar medische situatie was verslechterd en dat er meer uren huishoudelijke hulp nodig waren. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde dat het hoger beroep ontvankelijk was, omdat het inhoudelijk oordeel van de Raad van belang kon zijn voor toekomstige aanvragen.
De Raad bevestigde de conclusie van de rechtbank dat het college op goede gronden had besloten dat de HH2, klasse 2, voldoende was voor appellante. De door appellante overgelegde medische stukken gaven geen aanleiding voor een ander oordeel. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak, met verbetering van gronden. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.