ECLI:NL:CRVB:2013:1723
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van ZW-uitkering op basis van geschiktheid voor geselecteerde functies
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 september 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Almelo. Het geschil betreft de beëindiging van de Ziektewet (ZW)-uitkering van appellant door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het Uwv heeft de uitkering beëindigd op de grond dat appellant weer geschikt was voor ten minste één van de functies die hem in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) waren voorgehouden. De centrale vraag in deze procedure was of de belastbaarheid van appellant op 13 juni 2011 zodanig was dat hij in staat was om deze functies te vervullen.
De rechtbank had eerder geoordeeld dat het onderzoek door de verzekeringsartsen zorgvuldig was uitgevoerd en dat het Uwv op inzichtelijke wijze had onderbouwd dat appellant geschikt was voor de geselecteerde functies. Appellant was het niet eens met deze beslissing en stelde dat het Uwv geen actuele informatie had ingewonnen over zijn psychische en lichamelijke klachten, wat zou hebben geleid tot een onzorgvuldig besluit.
De Raad heeft de argumenten van appellant beoordeeld en geconcludeerd dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van het onderzoek. De bezwaarverzekeringsarts had relevante informatie van de orthopedisch chirurg en de huisarts betrokken bij zijn beoordeling. De Raad bevestigde dat appellant, ondanks zijn klachten, geschikt was voor de functie van heftruckchauffeur expeditie, en dat het Uwv op goede gronden de ZW-uitkering had beëindigd. De uitspraak van de rechtbank werd dan ook bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.