ECLI:NL:CRVB:2013:1722
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herstelverklaring en geschiktheid voor arbeid na ziekmelding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Middelburg. Appellante, die eerder als financieel bestuursmedewerker bij de provincie Zeeland werkte, werd op 25 oktober 2010 hersteld verklaard na een periode van ziekte. Echter, op 29 november 2010 meldde zij zich opnieuw ziek, ditmaal met depressieve klachten. De Centrale Raad van Beroep moest beoordelen of haar gezondheidstoestand op die datum verslechterd was ten opzichte van de situatie op 25 oktober 2010. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) voldoende zorgvuldig was en dat er geen aanwijzingen waren om appellante ongeschikt te verklaren voor haar arbeid. De verzekeringsarts en de bezwaarverzekeringsarts waren op de hoogte van haar psychische klachten, maar concludeerden dat er geen reden was om aan te nemen dat appellante niet in staat was haar werk te verrichten. Appellante voerde aan dat haar medische toestand niet correct was ingeschat, maar de Raad oordeelde dat de rapportages van de (bezwaar)verzekeringsartsen voldoende waren om de conclusie te onderbouwen dat appellante op 29 november 2010 geschikt was voor haar werk. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep af.