ECLI:NL:CRVB:2013:1681
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. de Mooij
- W.H. Bel
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van gemeentelijke noodopvang voor Roma-familie en rechtsbescherming
In deze zaak gaat het om een Roma-familie die gebruikmaakt van gemeentelijke noodopvang in Almere. Het college van burgemeester en wethouders heeft de familie meegedeeld dat de noodopvang zal sluiten en dat er alternatieve opvang beschikbaar is in Ter Apel. De familie heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het college verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft het beroep van de familie tegen deze beslissing ongegrond verklaard. De familie heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.
De Raad heeft vastgesteld dat de noodopvang feitelijk niet is beëindigd tot 24 januari 2011, toen aan de familie een vrijheidsbeperkende maatregel werd opgelegd. De Raad oordeelt dat de beëindiging van de noodopvang niet kan plaatsvinden zolang er geen alternatieve opvang beschikbaar is. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep van de familie gegrond verklaard, waarbij het college werd veroordeeld in de proceskosten van de familie. De Raad benadrukt dat de opvang adequaat is geweest, ondanks de onzekerheid over de sluiting, en dat de familie altijd de mogelijkheid had om klachten in te dienen bij de beheerder van de opvang.
De uitspraak van de Raad heeft belangrijke implicaties voor de rechtsbescherming van kwetsbare groepen, zoals de Roma, en de verplichtingen van de overheid om adequate opvang te bieden. De Raad heeft het college veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en griffierechten aan de appellanten.