ECLI:NL:CRVB:2013:1635
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. de Mooij
- W.H. Bel
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Weigering van zorgindicatie voor Begeleiding Individueel door CIZ
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 september 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Zutphen. De zaak betreft de weigering van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) om een indicatie voor de functie Begeleiding Individueel (BI) te verlenen aan de betrokkene, die lijdt aan een psychiatrische aandoening. De betrokkene had op 24 april 2009 een aanvraag ingediend voor een indicatie op basis van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). CIZ heeft deze aanvraag afgewezen op 5 juni 2009, omdat er onvoldoende relevante behandelingsinformatie en een specifieke machtiging ontbrak om medische gegevens op te vragen bij de behandelend psychiater.
De rechtbank heeft het beroep van de betrokkene tegen het besluit van CIZ gegrond verklaard en het besluit vernietigd, maar CIZ ging in hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de toestemming die de betrokkene aan zijn behandelend psychiater had gegeven om medische gegevens te verstrekken aan CIZ, voldoende was. De Raad benadrukte dat de richtlijnen van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) niet vereisen dat een specifieke machtiging nodig is, zolang de toestemming voldoende specifiek is voor de gegevensoverdracht in verband met de zorgvraag.
Daarnaast oordeelde de Raad dat de rechtbank ten onrechte CIZ had veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van de betrokkene, omdat niet was aangetoond dat de betrokkene daadwerkelijk kosten had gemaakt voor rechtsbijstand. De Raad vernietigde de proceskostenveroordeling en bevestigde de overige delen van de aangevallen uitspraak. Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en toestemming in de context van zorgindicaties en de rol van CIZ in het proces.