ECLI:NL:CRVB:2013:1618
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijstandsverlening en besluitvorming door het college van burgemeester en wethouders van Reimerswaal
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 september 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Middelburg. De zaak betreft de bijstandsverlening aan appellant en zijn echtgenote, waarbij het college van burgemeester en wethouders van Reimerswaal op 10 juni 2013 een nieuwe beslissing op bezwaar heeft genomen. Dit besluit volgde op een tussenuitspraak van de Raad van 16 april 2013, waarin het college was opgedragen om de gebreken in het oorspronkelijk bestreden besluit van 2 juli 2012 te herstellen. Het college heeft het bezwaar van appellant gegrond verklaard en bijstand toegekend voor de periode van 6 februari 2012 tot en met 2 mei 2012.
Appellant was het niet eens met de einddatum van de bijstandsverlening en heeft zijn zienswijze op het besluit van 10 juni 2013 ingediend. De Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het college met het besluit van 10 juni 2013 een juiste uitvoering heeft gegeven aan de opdracht uit de tussenuitspraak. De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd en het beroep gegrond verklaard, maar het beroep tegen het besluit van 10 juni 2013 ongegrond verklaard. De Raad heeft het college veroordeeld in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 1.888,-, en heeft bepaald dat het college het griffierecht van in totaal € 157,- vergoedt.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om zorgvuldig om te gaan met besluiten en de rechten van burgers, vooral in het kader van sociale zekerheidswetgeving. De Raad heeft de procedurele aspecten van de besluitvorming en de rechtsbijstand in deze zaak grondig geëvalueerd, wat resulteerde in een duidelijke uitspraak over de rechtspositie van appellant en de verantwoordelijkheden van het college.