Uitspraak
.CIZ heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. N. Benedictus en H.B.A. Siero.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 augustus 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Arnhem. Appellante had een persoonsgebonden budget voor persoonlijke verzorging, klasse 2, aangevraagd, maar gaf geen toestemming aan het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) om informatie op te vragen bij haar behandelende specialisten. Hierdoor beschikte de CIZ-arts niet over objectief verifieerbare informatie voor de medische beoordeling van de aanvraag. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het beroep van appellante ongegrond was, en de Centrale Raad van Beroep onderschrijft deze overwegingen. Appellante stelde in hoger beroep dat haar beperkingen niet goed waren ingeschat en dat het medische onderzoek door CIZ onzorgvuldig was. De Raad oordeelt echter dat de rechtbank de gronden van beroep van appellante afdoende heeft besproken en gemotiveerd waarom deze niet slagen. De Raad wijst erop dat appellante geen medewerking heeft verleend aan het medische onderzoek door CIZ, wat haar eigen risico is. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.