ECLI:NL:CRVB:2013:1454
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. van Viegen
- M.R. Schuurman
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanvraag bijzondere bijstand en de verplichting tot het verstrekken van bankgegevens
In deze zaak heeft appellant op 30 november 2010 bijzondere bijstand aangevraagd op grond van de Wet werk en bijstand voor kosten van rechtsbijstand en huishoudelijke apparatuur. Het college van burgemeester en wethouders van Purmerend heeft appellant verzocht om nadere gegevens, waaronder bankafschriften van de laatste twee maanden, maar appellant heeft hier niet aan voldaan. Het college heeft daarop de aanvraag op 20 januari 2011 buiten behandeling gesteld, wat door de rechtbank Haarlem in een eerdere uitspraak werd bevestigd. Appellant ging in hoger beroep tegen deze uitspraak, stellende dat hij niet over de gevraagde gegevens beschikte en dat het college zijn aanvraag had moeten behandelen op basis van de beschikbare informatie.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 20 augustus 2013 geoordeeld dat het college bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te stellen, omdat de gevraagde bankgegevens niet waren verstrekt. De Raad benadrukte dat inzicht in de financiële situatie van appellant noodzakelijk was voor de beoordeling van de aanvraag. Appellant had de gelegenheid om de aanvraag aan te vullen, maar heeft dit nagelaten. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.