ECLI:NL:CRVB:2013:1453
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. van Viegen
- M.R. Schuurman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten woninginrichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 augustus 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag om bijzondere bijstand door het college van burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage. Appellante, die sinds 19 september 2008 bijstand ontvangt ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB), had in 2009 bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van twee bedden, een wasmachine en vloerbedekking. Deze aanvraag werd goedgekeurd, maar in 2010 diende appellante opnieuw een aanvraag in voor dezelfde kosten, die door het college werd afgewezen. De rechtbank verklaarde het beroep tegen deze afwijzing ongegrond, en appellante ging in hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geconcludeerd dat de door appellante aangevoerde omstandigheden, waaronder een inbraak en diefstal van het toegekende geldbedrag, geen noodzaak opleveren voor het verstrekken van bijzondere bijstand voor dezelfde kosten. De Raad oordeelde dat er geen sprake was van bijzondere omstandigheden die een herhaalde toekenning van bijstand rechtvaardigen, zoals bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de WWB. Het hoger beroep van appellante werd dan ook afgewezen en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. Er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken.