ECLI:NL:CRVB:2013:1452
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van termijnoverschrijding bij aanvraag bijzondere bijstand
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 augustus 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Breda. De appellant had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand op basis van de Wet werk en bijstand, welke deels was ingewilligd en deels afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Tilburg. Het college had het bezwaar van de appellant tegen de afwijzing niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen deze beslissing ongegrond verklaard.
In hoger beroep voerde de appellant aan dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat hij door gezondheidsproblemen niet in staat was om zelf het bezwaarschrift op te stellen. Hij stelde dat een vrijwilliger het bezwaarschrift had opgesteld, maar dat dit proces lang had geduurd en dat iemand anders het bezwaarschrift had overgetypt. Hierdoor was het bezwaarschrift slechts één dag te laat ingediend. De Raad oordeelde dat de appellant zelf verantwoordelijk is voor het tijdig indienen van een bezwaarschrift, ongeacht de omstandigheden die hij aanvoert. De Raad onderschreef het oordeel van de rechtbank dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, en dat het handelen van derden voor rekening en risico van de appellant komt.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door W.F. Claessens, in tegenwoordigheid van M. Sahin als griffier.