ECLI:NL:CRVB:2013:1440

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
15 augustus 2013
Publicatiedatum
19 augustus 2013
Zaaknummer
11-7492 AW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de functioneren van een ambtenaar en ontslag wegens ongeschiktheid

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 augustus 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de eerdere uitspraak van de rechtbank Zutphen. De zaak betreft appellante, een administratief medewerkster bij de politieregio Noord- en Oost Gelderland, die in beroep ging tegen haar negatieve beoordelingen en het daaropvolgende ontslag wegens ongeschiktheid. De Raad heeft vastgesteld dat de korpschef voldoende heeft gemotiveerd dat appellante niet voldeed aan de vereiste prestaties in haar functie. De beoordelingen van appellante, die in rechte vaststaan, gaven aan dat haar functioneren gedurende meerdere jaren als onvoldoende was gekwalificeerd. De Raad oordeelde dat de korpschef niet kon worden verplicht om appellante taken te laten verrichten waarin haar functioneren als onvoldoende was beoordeeld. De Raad bevestigde dat de korpschef bevoegd was om appellante te ontslaan op basis van de geldende regelgeving, en dat er geen aanleiding was voor vergoeding van proceskosten. De uitspraak van de rechtbank werd dan ook bevestigd, en het hoger beroep van appellante werd afgewezen.

Uitspraak

Centrale Raad van Beroep
11/7492 AW, 11/7555 AW, 11/7556 AW
Meervoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen van 30 november 2011, 10/853, 10/1409 en 11/39 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
de Korpsbeheerder van de politieregio Noord- en Oost Gelderland, thans de korpschef van politie (korpschef)
PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld.
De korpschef heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 juli 2013. Appellante heeft zich laten bijstaan door mr. W.J. Dammingh, advocaat. De korpschef heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A.M.A.C. Theunissen en G.J. Dijkgraaf.

OVERWEGINGEN

1.
Ingevolge artikel 5 van de Wet van 12 juli 2012 tot invoering van de Politiewet 2012 en aanpassing van overige wetten aan die wet (Invoerings- en aanpassingswet Politiewet 2012, Stb. 2012, 316) is in dit geschil de korpschef in de plaats getreden van de korpsbeheerder van de politieregio Noord- en Oost Gelderland, ten name van wie het geding aanvankelijk is gevoerd. Waar in deze uitspraak wordt gesproken van de korpschef, wordt daaronder in voorkomend geval (mede) de korpsbeheerder verstaan.
1.1.
Appellante is werkzaam geweest als administratief medewerkster B bij het team Centrale Verwerking Bekeuringen van de politieregio. Op 5 maart 2007 is een beoordeling vastgesteld met betrekking tot het functioneren van appellante in de periode van 1 april 2006 tot
26 februari 2007, waarbij het eindoordeel onvoldoende is. Deze beoordeling staat in rechte vast.
1.2.
Op 16 december 2009 is een beoordeling opgemaakt met betrekking tot het functioneren van appellante in de periode van 19 november 2008 tot 1 december 2009, waarbij het eindoordeel onvoldoende is. Op diezelfde dag is aan appellante meegedeeld dat zij niet meer haar volledige takenpakket kan verrichten en dat haar een beperkt aantal taken zal worden opgedragen (besluit 1). Appellante heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
1.3.
Op 18 januari 2010 is de onder 1.2 genoemde beoordeling vastgesteld en bekrachtigd (besluit 2). Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt.
1.4.
Bij besluit van 6 juli 2010 is aan appellante ingevolge artikel 94, eerste lid, aanhef en onder g, van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp) ontslag verleend wegens ongeschiktheid voor haar functie (besluit 3). Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt.
1.5.
Bij besluiten van 16 april 2010 (bestreden besluit 1), 21 juli 2010 (bestreden besluit 2) en 14 december 2010 (bestreden besluit 3) heeft de korpschef de bezwaren van appellante gericht tegen respectievelijk besluit 1, besluit 2 en besluit 3 ongegrond verklaard.
2.
De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak de beroepen van appellant tegen de bestreden besluiten ongegrond verklaard.
3.
De Raad komt tot de volgende beoordeling.
3.1.
Wat de beoordeling betreft, heeft de rechtbank terecht overwogen dat in geval van negatieve oordelen het uitgangspunt geldt dat het betrokken bestuursorgaan aannemelijk moet maken dat die negatieve waardering niet op onvoldoende gronden berust. Daarbij is niet beslissend of elk feit ter adstructie van een waardering boven elke twijfel verheven is, en zelfs is niet van doorslaggevend belang of bepaalde feiten onjuist blijken te zijn vastgesteld of geïnterpreteerd. Het gaat erom of in het totale beeld van de in beschouwing genomen gezichtspunten de gegeven waarderingen de evenbedoelde toetsing kunnen doorstaan.
3.2.
Anders dan appellante is de Raad van oordeel dat de rechtbank deze toetsing op juiste wijze heeft uitgevoerd. Ook in hoger beroep heeft appellante niets naar voren gebracht wat de conclusie zou kunnen rechtvaardigen dat de beoordeling op onvoldoende gronden berust. De beoordeling is niet van een onvoldoende feitelijke onderbouwing voorzien. De korpschef heeft gemotiveerd aangegeven en met cijfers toegelicht dat appellante onvoldoende aantallen haalde bij het invoeren van gegevens in het bekeuringsafhandelingssysteem Tobias/Transactie Module. In de functioneringsgesprekken, gevoerd op 19 november 2008, 26 februari 2009,
2 juni 2009 en 2 september 2009, is deze achterblijvende productie aan de orde gesteld en met appellante besproken. Daarnaast heeft appellante blijkens de stukken ook onvoldoende dan wel matig gepresteerd op de overige hoofdbestanddelen van haar functie. Met de rechtbank is de Raad dan ook van oordeel dat het bestreden besluit 2 in rechte stand kan houden.
3.3.
Aansluitend wordt overwogen dat de mededeling dat appellante een beperkt aantal taken zal worden opgedragen de rechterlijke toets kan doorstaan. De korpschef heeft voldoende gemotiveerd dat niet van hem kan worden verwacht dat appellante taken blijft verrichten, waarin haar functioneren gedurende langere tijd als onvoldoende is gekwalificeerd. Dit betekent dat ook bestreden besluit 1 in rechte stand kan houden.
3.4.
Wat het ontslag betreft, stelt de Raad voorop dat de op 5 maart 2007 vastgestelde negatieve beoordeling met betrekking tot het functioneren van appellante in de periode van
1 april 2006 tot 26 februari 2007 in rechte vaststaat. De op 18 januari 2010 vastgestelde negatieve beoordeling kan, gelet op hetgeen is overwogen onder 3.2, in rechte standhouden. Daarnaast is appellante op meerdere momenten in de gelegenheid gesteld haar functioneren te verbeteren. Tijdens de functioneringsgesprekken, die veelvuldig met appellante zijn gevoerd sinds de negatieve beoordeling van 5 maart 2007, is appellante voldoende duidelijk gemaakt op welke onderdelen haar functioneren zou moeten verbeteren. Verder is appellante op initiatief van de korpschef in 2009 begeleid door een trainingsbureau in Apeldoorn en zijn er coachingsgesprekken met haar gevoerd. Het functioneren van appellante is desondanks niet verbeterd. Met de rechtbank is de Raad dan ook van oordeel dat de korpschef bevoegd was appellante ingevolge artikel 94, eerste lid, aanhef en onder g, van het Barp te ontslaan. Niet gebleken is dat de korpschef niet in redelijkheid van deze bevoegdheid gebruik heeft kunnen maken. Bestreden besluit 3 houdt dan ook in rechte stand.
4.
Het hoger beroep slaagt niet. De aangevallen uitspraak komt voor bevestiging in aanmerking.
5.
Voor vergoeding van proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door J.Th. Wolleswinkel als voorzitter en B. Barentsen en
C.H. Bangma als leden, in tegenwoordigheid van S.K. Dekker als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 15 augustus 2013.
(getekend) J.Th. Wolleswinkel
(getekend) S.K. Dekker

HD