Uitspraak
drs. H. Ten Brinke.
OVERWEGINGEN
28 mei 2011 ziek gemeld vanwege whiplash-gerelateerde klachten. Naar aanleiding van deze melding is appellant onderzocht door een bedrijfsarts, die in haar rapport van 21 juni 2011 heeft geconcludeerd dat appellant per 23 juni 2011 geschikt is te achten voor zijn arbeid. Bij besluit van 21 juni 2011 heeft het Uwv de Ziektewet (ZW) uitkering van appellant per
23 juni 2011 beëindigd. Bij besluit van 11 augustus 2011 (bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar van appellant tegen het besluit van 21 juni 2011 ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit ligt het rapport van bezwaarverzekeringsarts G.P.J. de Kanter van
5 augustus 2011 ten grondslag.
23 juni 2011 ook niet ongeschikt was voor zijn arbeid. Na ontvangst van de inlichtingen van de huisarts en de behandelend neuroloog, heeft de bezwaarverzekeringsarts in zijn rapport van 7 oktober 2011 te kennen gegeven dat deze informatie aansluit bij zijn eerdere conclusies. De rechtbank heeft geoordeeld dat het Uwv inzichtelijk heeft onderbouwd dat appellant op de datum in geding klachten kon ondervinden, maar dat deze klachten hem niet belemmerden in de uitoefening van de maatgevende arbeid. Gelet op de voorhanden medische gegevens heeft de bezwaarverzekeringsarts terecht geconcludeerd dat appellant op de datum in geding in staat was tot het verrichten van het eigen werk. Appellant heeft zijn stelling dat hij niet in staat was hele dagen zittend werk te doen niet met verklaringen van zijn behandelend artsen of andere medici onderbouwd.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot het vergoeden van schade af.