ECLI:NL:CRVB:2013:1386
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.W.J. Schoor
- K. Wentholt
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over toekenning WGA-vervolguitkering en zorgvuldigheidsgebrek in medische beoordeling
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 19 juli 2013, wordt de toekenning van een WGA-vervolguitkering aan appellant besproken. Appellant, die eerder als accountmanager werkte, meldde zich ziek op 23 juni 2008 vanwege psychische klachten. Na een medisch onderzoek door het Uwv op 7 april 2010, werd vastgesteld dat appellant geen recht had op een WIA-uitkering. Appellant voerde aan dat zijn fysieke beperkingen niet goed waren ingeschat en dat het Uwv onvoldoende informatie had ingewonnen bij zijn behandelaars. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant ongegrond, maar in hoger beroep werd de medische grondslag van het bestreden besluit opnieuw aangevochten. Appellant stelde dat hij voldeed aan de criteria voor de diagnose chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS), maar het Uwv had deze diagnose niet erkend.
De Raad oordeelde dat de medische beoordeling van het Uwv een zorgvuldigheidsgebrek vertoonde, omdat het Protocol voor de beoordeling van CVS niet was toegepast. De Raad droeg het Uwv op om binnen acht weken na de uitspraak een nader onderzoek in te stellen, waarbij het Protocol in acht genomen moet worden. De Raad benadrukte dat de beoordeling door een nieuwe bezwaarverzekeringsarts moet worden uitgevoerd, die niet eerder bij de zaak betrokken was. Deze uitspraak is van belang voor de verdere behandeling van de zaak en de beoordeling van de belastbaarheid van appellant.