Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak,
- verklaart het beroep tegen het besluit van 16 februari 2012 ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van appellant tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) inzake de toekenning van een loongerelateerde uitkering (LGU). Appellant, geboren in 1966, heeft sinds zijn jeugd te maken met medische klachten, waaronder krampen in het gelaat en spraakproblemen, als gevolg van multifocale dystonie. Na een periode van werkloosheid en een WSW-baan, heeft appellant een aanvraag ingediend voor een uitkering op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Het Uwv heeft in 2011 vastgesteld dat appellant geen recht had op een WIA-uitkering, maar later, in 2012, wel recht op een LGU. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen dit besluit niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van procesbelang.
In hoger beroep heeft appellant betoogd dat hij wel degelijk procesbelang heeft, omdat de beslissing van het Uwv over zijn recht op een vervolguitkering van invloed is op zijn pensioenrechten. De Raad heeft vastgesteld dat er voldoende procesbelang is, aangezien appellant nu claimt recht te hebben op een IVA-uitkering met terugwerkende kracht. De Raad heeft de zaak zelf beoordeeld en geconcludeerd dat het Uwv terecht heeft vastgesteld dat appellant recht heeft op een LGU en niet op een IVA-uitkering. De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd en het beroep van appellant ongegrond verklaard. De Raad oordeelt dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig is uitgevoerd en dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de medische grondslag van het bestreden besluit. De uitspraak is gedaan in het openbaar op 9 augustus 2013.