ECLI:NL:CRVB:2013:1350
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening WAO-uitkering en medisch onderzoek door bezwaarverzekeringsartsen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 juli 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Leeuwarden. De appellant, die sinds 2003 arbeidsongeschikt was, had een WAO-uitkering ontvangen die later herzien werd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De herziening was gebaseerd op een medisch onderzoek dat door de bezwaarverzekeringsartsen was uitgevoerd. De appellant betwistte de zorgvuldigheid van dit onderzoek en stelde dat zijn beperkingen niet correct waren ingeschat.
De Raad oordeelde dat het medisch onderzoek door de bezwaarverzekeringsartsen op een voldoende zorgvuldige wijze had plaatsgevonden. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de bezwaarverzekeringsarts de overgelegde medische informatie van de behandelende sector adequaat had meegewogen. De Raad bevestigde dat de bezwaarverzekeringsarts gemotiveerd had uiteengezet waarom de geselecteerde functies medisch gezien geschikt waren voor de appellant.
De appellant had in hoger beroep aanvullende medische informatie ingebracht, maar de Raad vond dat deze informatie onvoldoende onderbouwing bood voor de gestelde beperkingen. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de juistheid van de vastgestelde belastbaarheid en dat de herziening van de WAO-uitkering terecht was uitgevoerd. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.