Uitspraak
OVERWEGINGEN
-is opgelegd, ongegrond verklaard.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 augustus 2013 uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 18 april 2012. Verzoeker had een boete opgelegd gekregen van € 850,- en verzocht om herziening omdat hij in financiële problemen was geraakt door de terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Verzoeker stelde dat hij onterecht had betaald en dat het Uwv zijn schuld aan de bank zou moeten overnemen. De Raad overwoog dat op grond van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een onherroepelijke uitspraak alleen kan worden herzien op basis van nieuwe feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak plaatsvonden en die niet eerder bekend waren. De Raad concludeerde dat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die tot een andere uitspraak zouden hebben geleid. Het verzoek om herziening werd dan ook afgewezen. De Raad benadrukte dat het middel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak, maar om een rechterlijke uitspraak te corrigeren die berust op een onjuist feitelijk uitgangspunt. De uitspraak werd gedaan door M. Greebe, met D. Heeremans als griffier.