ECLI:NL:CRVB:2013:1338
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van Ziektewet-uitkering na medische beoordeling door verzekeringsarts
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Arnhem. De zaak betreft de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van appellante, die na een ongeval op 26 augustus 2010 ziek was gemeld. De verzekeringsarts van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft vastgesteld dat appellante per 21 november 2011 weer in staat was haar arbeid te verrichten. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het Uwv heeft dit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen dit besluit eveneens ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat het bestreden besluit onzorgvuldig is voorbereid, omdat er geen nadere informatie is ingewonnen van haar behandelend arts, M.J. Tolić, die tot een andere conclusie was gekomen. De Raad heeft echter geoordeeld dat de informatie van Tolić, evenals de informatie van de Maartenskliniek, geen aanleiding gaf om te twijfelen aan de bevindingen van de verzekeringsarts van het Uwv. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank gevolgd en geoordeeld dat het Uwv voldoende onderzoek heeft gedaan en dat de beëindiging van de ZW-uitkering terecht was.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 7 augustus 2013.