ECLI:NL:CRVB:2013:1336
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsgeschiktheid van een ziek gemelde facilitair medewerkster na een ongeval en medische klachten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 augustus 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Roermond. Appellante, een facilitair medewerkster, had zich ziek gemeld vanwege nek- en rugklachten, die verergerd waren na een auto-ongeluk. Na een periode van ziekte ontving zij een uitkering op basis van de Ziektewet, maar werd per 1 oktober 2011 arbeidsgeschikt verklaard door de verzekeringsarts. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft vervolgens vastgesteld dat appellante geen recht meer had op ziekengeld. Appellante ging hiertegen in beroep, maar de rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
De Centrale Raad oordeelde dat het onderzoek door de bezwaarverzekeringsartsen zorgvuldig was uitgevoerd en dat de rapportages inzichtelijk waren. De Raad bevestigde dat appellante per 1 oktober 2011 arbeidsgeschikt was voor haar maatgevende arbeid. De Raad oordeelde dat de medische beoordeling van de bezwaarverzekeringsarts correct was en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de conclusies die waren getrokken. Appellante had geen nieuwe medische informatie overgelegd die de eerdere bevindingen kon ondermijnen.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, aangezien de Raad geen onrechtmatigheid in de procedure had vastgesteld. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige medische beoordelingen in het kader van de Ziektewet en de rol van de bezwaarverzekeringsarts in het vaststellen van arbeidsgeschiktheid.