ECLI:NL:CRVB:2013:1330
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde aanvraag WAO-uitkering wegens gebrek aan nieuwe feiten
In deze zaak gaat het om een herhaalde aanvraag voor een WAO-uitkering door appellant, die eerder een uitkering had ontvangen maar deze in 2003 ingetrokken zag worden. Appellant had na zijn vertrek naar Marokko een herbeoordeling ondergaan, waarbij zijn arbeidsongeschiktheid op minder dan 15% werd vastgesteld. Na een eerdere afwijzing van een verzoek om wederom in aanmerking te komen voor een WAO-uitkering, diende appellant op 14 juni 2010 opnieuw een verzoek in, ondersteund door medische verklaringen. Het Uwv wees dit verzoek af, stellende dat het een herhaalde aanvraag betrof zonder nieuwe feiten of omstandigheden in de zin van artikel 4:6 van de Awb. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant ongegrond, wat leidde tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
De Raad oordeelt dat het Uwv terecht heeft gesteld dat de overgelegde medische verklaringen niet als nieuwe feiten kunnen worden aangemerkt, omdat deze al eerder in het dossier aanwezig waren. De Raad benadrukt dat een bestuursorgaan bevoegd is om een herhaalde aanvraag inhoudelijk te behandelen, maar dat dit niet leidt tot een herbeoordeling van het oorspronkelijke besluit. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, waarbij is vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die aanleiding geven om het eerdere besluit te herzien. De Raad concludeert dat de afwijzing van de herhaalde aanvraag terecht is geweest en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.